Vervoer in Carcassonne

Carcassonne is niet groot. Alle bezienswaardigheden in de boven- en benedenstad zijn goed te voet bereikbaar. Het vliegveld van Carcassonne ligt slechts 5 kilometer van de stad en er rijdt een bus.

Canal du Midi
Het kanaal wordt ter hoogte van Carcassonne het drukst bezocht. Vanaf hier kun je opstappen voor een rondvaart van een halve of hele dag, of zelf een boot huren. Al in een halve dag kun je hier met een huurboot een leuk tochtje maken. Sla een picknick in en vaar door de tunnel van de platanen, naar het westen in de richting van Bram of naar het oosten via Trebes.

Wijnproeven
Wijn is alomtegenwoordig in de Languedoc, en Carcassonne is ideaal gelegen als startpunt voor twee van de mooiste wijngebieden – de Minervois in het noorden en de ruige Corbières naar het zuiden. Zoek je een leuke wijngaard in de buurt, denk dan eens aan het laagdrempelige O’Vineyards, van een Engelse familie. Bel vooraf even om te checken of ze tijd hebben, ze weten er meestal wel een mouw aan te passen.
O’Vineyards
Avenue de la Montagne Noire 885, Villemoustaussou

Las Tours
Op 20 minuten ten noorden van de stad Carcassonne, in de glooiende heuvels van de Haut-Minervois, vind je de meest schilderachtige Katharen kastelen. De torens van Las Tours steken fier boven een heuvel uit, net boven een klein dorp. Las Tours heeft een veel meer intieme en sfeervolle uitstraling dan Carcassonne, leuk om mee te pikken dus. Op de terugweg kun je nog even de mooie stad Caune-en-Minervois in met de middeleeuwse abdij en kronkelende straatjes.

Rennes le Chateau
In het spookachtige Rennes le Chateau heeft de Baron Saunière, aan het begin van de 20e eeuw, een kerk en andere religieuze structuren gebouwd. Er gaan allerlei verhalen over het plaatsje, zo zou Maria Magdalena hier hebben gewoond na de kruisiging. Ook zou de Heilige Graal hier verborgen moeten liggen. Deze geruchten hebben in ieder geval mooie boeken opgeleverd.

Montsegur
Hier stonden de Katharen op tegen de kruisvaarders in de Middeleeuwen. Maak de slopende klim naar de kasteelruïne van Montsegur, het bolwerk waar ze maandenlang de 10.000 Kruisvaarders van zich af konden houden. Toen het kasteel eindelijk veroverd werd, kozen veel Katharen ervoor zich in het vuur te werpen en zich niet te laten bekeren.